‘Schulden staan nooit op zichzelf - er zitten vaak andere problemen achter’

Miranda: ‘Mijn schuld was niet bijzonder groot. Het was begonnen met een lening in mijn studietijd. Die had ik laten oplopen tot 5000 euro. ‘Pas toen ik ervan af was, besefte ik dat het al die tijd een enorme beperking was geweest. Weinig tot geen geld hebben, werkt verstikkend. Het maakt je wereld heel erg klein.’

Miranda de Haas (48): ‘Ik ben nu de persoon die ik nodig had, toen ik zelf in de shit zat. Ik ben eruit gekomen en kan nu anderen helpen. Ik werk als ervaringsdeskundige op de beleidsafdeling van de gemeente Meppel. Mensen die in schulden en armoede leven, hebben het nodig om gezien en gehoord te worden. En de hand die naar hen uitreikt, moet de hand van een van hen zijn. Als ervaringsdeskundige wil ik zorgen dat niemand nog tussen wal en schip valt.’

Uitsluiting

‘Mijn focus als ervaringsdeskundige is: sociale uitsluiting en armoede die van generatie op generatie overgaat. Mijn ouders waren ondernemers. Er was geld. Ik kon studeren. Maar ik heb veel gemeen met mensen bij wie de problemen van generatie op generatie overgaan.’

‘Schulden staan nooit op zichzelf. Er zitten vaak andere problemen achter. Misschien is de gemene deler wel dat je niet goed weet hoe je moet leven. Hoe je moet omgaan met conflicten, met ziekte. Als ik naar mezelf kijk: ik deed maar wat.’

Eigenwaarde

Het zijn de jaren negentig en Miranda doet het goed op de particuliere modeacademie in Amsterdam. Ze is creatief. Geef haar een blanco papier en ze tovert een collectie op papier die zo de winkel in kan. Ze voelt zich helemaal op haar plek.
Maar eenmaal afgestudeerd, solliciteert ze jaren zonder resultaat. Ze weet niet hoe ze moet omgaan met afwijzingen en teleurstellingen. ‘Ik wist: ik heb talent. Maar ik voelde te weinig eigenwaarde om dat goed neer te zetten.’

Ze vindt uiteindelijk toch een baan als etaleuse bij een grote modeketen. Slecht betaald en onder haar niveau. ‘Ik kon mijn creativiteit er niet in kwijt.’ De lening uit haar studietijd lost ze niet af. Ze negeert de schuld, die oploopt tot 5000 euro.

‘Ik heb bij mezelf patronen doorbroken en help nu anderen om dat ook te doen’

Van kwaad tot erger

Miranda: ‘Ook in relaties was ik niet goed. Ik had vooral destructieve relaties. Als je geen gezonde relatie met jezelf hebt, kun je die ook niet hebben met anderen.’
       
Het gaat van kwaad tot erger. Miranda krijgt een schildklierafwijking en zit een tijd thuis. Ze krijgt een dochter, waarvan de vader al vroeg uit beeld verdwijnt. Weer terug aan het werk krijgt ze een arbeidsconflict. Ze komt bij het UWV en uiteindelijk in de bijstand terecht.

‘Ik schaamde me dat ik niet werkte. Dat ik niet bijdroeg. In plaats daarvan leefde ik van belastinggeld dat ondernemers zoals mijn ouders opbrachten. Ik bouwde laag op laag van schuld en schaamte. Het werd een comfortzone. Ik wist niet beter.’

Ommekeer

Die comfortzone is ook ‘een innerlijke hel’. Uiteindelijk ondraaglijk. De ommekeer komt op een nacht als ze in bed ligt. Zoals vaker, overweldigd door grote angst: ‘Ik zag weer die diepe put voor me. Tot dan toe had ik me aan de rand vastgeklampt. Nu liet ik me vallen, in het vertrouwen dat er toch ook iets beters moest zijn. Ik bereikte de bodem van de put, maar kon me van daaruit ook afzetten. Weer omhoog. Het was een keerpunt.’

Miranda begint aan zelfonderzoek. Ze leest veel op het gebied van psychologie, spiritualiteit en leiderschap. Ze sluit zich aan bij een internationale zelfhulpgroep. Daar vindt ze de ruimte en veiligheid om aan zichzelf te werken. Om betekenis te vinden in alles wat haar is overkomen. Ze stapt uit de slachtofferrol en gaat verantwoordelijkheid nemen voor haar leven.

Het UWV en de gemeente tonen weinig belangstelling voor Miranda’s zoektocht. ‘Ik moest participeren. Ook als dat asperges steken of schoonmaken betekende. Ik schrok van hoe er met mij werd omgegaan. De ongelijkheid, het onpersoonlijke. De bureaucratie. Ik verloor mijn autonomie. Maar het motiveerde me ook om het werk te gaan doen wat ik nu doe: zorgen dat beleidsmakers meer begrip krijgen voor de kwetsbare positie van mensen met schulden en andere problemen.’

‘Ik ben nu de persoon die ik nodig had, toen ik zelf in de shit zat’

Uit het dal

Ze klimt stap voor stap uit het dal. Met de gemeentelijke kredietbank komt ze snel tot een regeling om haar schuld in drie jaar af te betalen. ‘Pas toen ik ervan af was, besefte ik dat het al die tijd een enorme beperking was geweest. Weinig tot geen geld hebben, werkt verstikkend. Het maakt je wereld heel erg klein.’

Ze schrijft een businessplan om als zzp’er aan de slag te gaan. Een combinatie van ouderen begeleiden en schoonmaken. Net gestart, krijgt ze een telefoontje van haar werkcoach: de gemeente wil zijn schuldhulp -en armoedebeleid beter afstemmen op de praktijk. Ze zijn op zoek naar een ervaringsdeskundige die daarbij kan helpen. Iets voor haar?

Miranda grijpt de kans aan. ‘In het hol van de leeuw’ zet ze een onderzoek op onder inwoners met armoede en schulden. Op basis van de uitkomsten en haar eigen ervaringen adviseert ze beleidsmakers.

Creativiteit

Miranda: ‘Ik pleit bijvoorbeeld voor levensvaardigheid als onderdeel binnen de opvoeding en het onderwijs. Voor intensievere begeleiding in de hulpverlening – meer maatwerk. Voor nadruk op oplossingen in plaats van op problemen. En ik pleit voor een basisinkomen.’

Ze reflecteert: ‘Mijn situatie is sterk verbeterd. In dit werk kan ik mijn creativiteit kwijt. Ervaringsdeskundigheid goed inzetten binnen het sociaal domein, is nog relatief nieuw terrein. Ik wil het graag samen doen. Niet ‘ik-zij’, maar ‘wij’. Het is betekenisvol werk. Ik kan nu, vanuit wie ik ben en wat ik kan, deelnemen aan de maatschappij. Ik heb bij mezelf patronen doorbroken en kan nu anderen helpen dat ook te doen. Het hoeft niet allemaal zo moeilijk als ik zelf heb meegemaakt.’