‘Schuldsanering? Maar dan kan ik niets meer!’

Karin (57): ‘Ik had altijd royaal geleefd. Nu moest ik leren leven van 60 euro in de week. Daar schaamde ik me voor, dus ik hield het stil. Maar toen ik eenmaal in de schuldsanering zat, besefte ik dat het iedereen kan overkomen. En zo kwam ik de schaamte voorbij. Als een hond die het water uit z’n vacht schudt, werd ik weer enthousiast voor het leven.’

Portret Karin

Steun en toeverlaat

Mijn broer werkte als tandarts bij de landmacht. Hij hield mij in het oog. Als je op jezelf woont, dan help ik je, zei hij. Toen ik dat voor elkaar had, ben ik een driejarige opleiding tot bloembinder gaan volgen. Hij schoot het voor, maar ik heb hem nooit hoeven terugbetalen.

Zo kwam er meer lijn in mijn leven. Ik werkte in verschillende bloemenzaken en in 1996 werd uit mijn toenmalige relatie mijn dochter geboren. In 2000 begon ik mijn eigen bloemenzaak in Meppel. Maar in datzelfde jaar verongelukte mijn broer. Een enorm drama. Hij was mijn steun en toeverlaat geweest, mijn houvast om er qua geld geen puinhoop van te maken.

Het was dubbel. Door zijn dood realiseerde ik me dat ik nu toch echt volwassen moest worden. En dat ik voor onze moeder moest zorgen. Maar ik voelde me ook in de steek gelaten. Ik werd depressief.

Karin: ‘Mijn vader overleed toen ik zes was. Hij liet mijn moeder vermogend achter - geld was er altijd. Maar toen ik op mijn achttiende uit huis ging, had ik dus geen enkel benul van geld. Ik wist gewoon niet hoe ik ermee om moest gaan.

Ik heb de MAVO gedaan en ging daarna werken. Economisch gezien was het begin jaren tachtig een moeilijke tijd. Ik werkte een tijd in een fabriek en in supermarkten. Daarna was ik een tijd werkloos. Ondertussen leefde ik samen met mannen die zelf de nodige problemen hadden. Mijn moeder en mijn stiefvader gingen uit elkaar. Er was drank in het spel en er gebeurden nare dingen. Ik had altijd geldtekort. En ik wilde altijd alles voor iedereen oplossen.
 

Failliet en gescheiden

De zaak liep aanvankelijk goed. Maar uiteindelijk lagen we te veel uit de route en was de concurrentie te sterk. In 2004 ben ik met de zaak gestopt.

‘Ik sloot een lening af en dat bleek zo’n woekerpolis te zijn’

Het was ook het jaar van onze scheiding. Ik kwam met mijn dochter in Wilhelminaoord te wonen. Nog steeds depressief, maar ja, je probeert er toch wat van te maken. Het goede was: ik kon al snel aan de slag als filiaalmanager bij een drogisterijketen. Om wat van ons nieuwe huis te maken, sloot ik een lening af bij DSB. En ja, dat bleek, toen de bank failliet ging, zo’n woekerpolis te zijn. 

Verslonzen

Ik heb het in die jaren allemaal wat laten verslonzen. Ik had nog een belastingschuld van de bloemenzaak. Ik had mijn zorg- en huurtoeslag niet stopgezet. Ik was in therapie. En toen ik in 2010 na zes jaar trouwe dienst aan de kant werd gezet en mijn baan verloor, ging het licht uit.  

Je komt niet meer aan de bak als vrouw van bijna vijftig. Ik ging van de WW naar de bijstand. En ik zat daar maar op die bank. Televisie aan. Roken. Niet meer in staat om die steeds verder oplopende bankschuld te betalen. Wegduiken als er weer een deurwaarder het pad op kwam.

God, de dilemma’s die je hebt als je in de schulden zit. Je kind heeft kleren nodig. Maar je wilt ook blijven roken. Er moet eten op tafel komen, maar je moet ook geld overhouden voor je sigaretten. Dus het wordt weer macaroni.

‘Mijn neef sprak me toe: Karin, zo kan het niet langer, je moet hulp zoeken’

Geaccepteerd

Toch ben ik eruit gekomen en dat is te danken aan mijn neef. In 2011 kwam hij bij me langs en zei: Karin, zo kan het niet langer, je moet hulp zoeken. Ik raakte totaal in paniek. Schuldsanering? Maar dan kan ik helemaal niets meer! Maar ik zag ook wel in dat het zo niet langer kon.

Hij ging met me mee naar de Gemeentelijke Kredietbank (GKB). Natuurlijk was ik zenuwachtig. Wat hielp, was dat ik mijn administratie goed op orde had. Ik kon laten zien dat ik bij was met de huur en de energie, UWV was ook in orde. Ik had in feite alleen die woekerpolis en dan nog een achterstallige belastingschuld. Het was een compleet mapje. Ik werd geaccepteerd.
 

Dwangakkoord

De GKB probeerde een minnelijke regeling te treffen met de DSB. Of liever gezegd: met de bewindvoerders. Want de bank was zelf in 2009 failliet gegaan. Ze wilden niet meewerken. Uiteindelijk heeft de rechter een dwangakkoord opgelegd en kon ik in 2012 in de Wsnp.

Ik schaamde me. Ook hiervoor. Ik had toch altijd vrij royaal geleefd. Nu moest ik leren leven van 60 euro in de week. Ik hield het stil. Maar toen ik eenmaal in de schuldsanering zat, kwam ik de schaamte voorbij. Ik besefte dat het iedereen kan overkomen. En ik ben toch iemand die de situatie kan accepteren en graag door wil met leven.
 

Op huisbezoek

Ik ben goed uit die Wsnp-periode gekomen. Vanuit de bijstand kon ik een opleiding tot ervaringsdeskundige volgen. Ik zit nu in het armoedepreventie-team van de gemeente Westerveld als ervaringsdeskundige generatiearmoede en sociale uitsluiting. Mijn droom is: schuldhulpverlener worden en de mensen hier in de regio verder helpen.  

‘Ik luister graag, maar daarna zeg ik wel: kom, we gaan het oplossen’

Sinds vorig jaar loopt er een pilot waarin ik samen met de GKB-consulent in de gemeenten Westerveld en Noordoostpolder op huisbezoek ga. Dat gaat heel goed. Ik herken de mensen bij wie we langs gaan, en zij herkennen mij. Vaak horen we: Wat jammer dat jullie niet eerder zijn gekomen. Mensen vinden het heel fijn om te praten. Ik bied graag een luisterend oor. Maar daarna zeg ik wel: Kom, we gaan het oplossen. We gaan stappen zetten.’