‘Niemand hoefde op te draaien voor mijn schulden, vond ik’
Hanny: ‘We woonden riant. We hadden het breed. En toch stortte binnen een jaar onze hele wereld in. Mijn ex en ik kwamen eruit met een schuld van ieder 3,5 ton. Ik ben opgevoed met nooit ‘dankjewel’ hoeven zeggen en heb jaren afgelost wat ik kon. Maar uiteindelijk was ik blij met de Wsnp. Ik was er anders niet uitgekomen.’

Hypotheekschuld
Ondertussen moet de hypotheek worden betaald. Een bedrag van bijna 2000 euro. In de tijd dat Cees werkte als directeur van een welzijnsinstelling, en Hanny als woonconsulent bij een woningcorporatie, was dat geen probleem. Nu wel. Want Cees raakt zijn baan kwijt en komt niet meer aan de bak. Hanny zit inmiddels ook thuis – ze heeft zich ziekgemeld.
In 2013 wordt er gereorganiseerd bij de woningcorporatie. Het gevolg is dat ook Hanny haar baan kwijtraakt. ‘Man weg, baan kwijt, een huis dat ik niet kon betalen en ik had - zo bleek - een dysthyme stoornis. Dat betekent dat je eigenlijk constant depressief bent. Dit alles binnen een jaar.’
Hanny gaat praten met haar hypotheekverstrekker. Ze komen een fors lagere hypotheekaflossing overeen. Maar zelfs daaraan kan Hanny niet voldoen. Cees is inmiddels uit beeld en draagt niets meer bij. Toch wordt Hanny met rust gelaten.
Hanny de Jong (55): ‘We waren net terug van de relatietherapeut. Hij zei: ik wil mijn eigen leven leiden. We hadden al het nodige achter de rug. Huwelijksproblemen. Een druk gezin. Een kind met handicaps. Een grote brand met een enorme nasleep. Een eigen bedrijf dat op de fles was gegaan.’
‘We hadden een groot huis en waren bijna 25 jaar getrouwd. Zelf vond ik het al met al geen slecht huwelijk. Ik dacht: ondanks alles wat er is gebeurd, kunnen we het toch redden. Dat hij me nu definitief wilde verlaten, kwam als een donderslag bij heldere hemel.’
Het is 2012 als de relatie van Hanny en Cees dan toch echt op de klippen loopt. Cees trekt in bij zijn secretaresse; Hanny regelt de scheiding. ‘Binnen een paar maanden had ik het er doorheen gedrukt. Ik was woedend.’
Verantwoordelijkheidsgevoel
‘Ze wisten gewoon niet goed wat ze met de situatie aan moesten, denk ik. Maar ondertussen begonnen andere schuldeisers wel te mailen en schrijven. Ik zat daar maar. Alleen, in dat enorme huis. Maar ik ben altijd wel - al was het op m’n tandvlees - mijn post blijven openmaken. En ik betaalde wat ik kon. Ik vond: niemand hoeft op te draaien voor mijn schulden – ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Maar na een paar jaar ging het gewoon niet meer.’
Wat haar opviel: ‘Elke schuldeiser heeft een eigen manier van handelen. Bij de ene wordt je schuld opeens door een ander bedrijf geïnd, dat er dan nog wat extra bovenop gooit. Bij de andere word je voor een paar honderd euro al voor de rechter gedaagd. Ik vond dat bizar en slecht te volgen. Ik ben een Hollandse, hoogopgeleide vrouw en kon net overeind blijven. Maar je zult maar een Nederlander zijn met een minder bevoorrechte positie. Dan snap je niet wat je overkomt.’
Slapen op het balkon
In 2015 wordt het huis verkocht. Het is nog steeds crisis en er blijft dan ook een flinke restschuld over. Doordat Hanny en Cees in gemeenschap van goederen waren getrouwd, komt er bij elk een schuld achter de naam van 340.000 euro. Binnen 8 weken moet Hanny met het kind dat nog thuis woont, het huis verlaten. Via via huren ze een flatje met maar een slaapkamer. Hanny slaapt op het (afsluitbare) balkon.
Hanny: ‘Ik ging weer naar de Sociale Dienst (SD) om te kijken of ik in aanmerking kwam voor schuldsanering. Ik was twee jaar eerder geweest. Maar toen werd gezegd dat ze me niet konden helpen omdat mijn schulden niet definitief konden worden vastgesteld. Officieel had ik geen problematische schulden.’
Goed geholpen
Geen kwaad woord over de hulpinstanties, zegt ze. ‘Als je terugkijkt, ben ik telkens goed geholpen. Met een heel goede consulent van de SD zette ik alles op een rij om in een minnelijk saneringstraject te komen.’ Alle partijen gingen akkoord, behalve de hypotheekverstrekker. Hanny: ’Van hun uit snap ik dat wel - je moet dan in een klap drie ton afschrijven. Voor mij was het een enorme domper.’
Een andere ‘enorm goede consulent’ bij de SD helpt haar vervolgens bij de gang naar de Wsnp. Het is februari 2017 als Hanny voor de rechter staat. ‘Het duurde alles bij elkaar 10 minuten. De rechter was direct overtuigd en liet me toe. Het was alsof de Rode Zee zich splitste. Wel een dubbel gevoel. Aan de ene kant grote opluchting – licht aan het einde van de tunnel. Aan de andere kant zwaar. Het voelt ook alsof je je leven uit handen geeft, er niets meer over te zeggen hebt.’
Energie terug
Het begint daarna beter te gaan. Hanny krijgt haar energie terug. Ze doet leuk vrijwilligerswerk en verzendt een paar open sollicitaties. Bij woningcorporatie Trivire in Dordrecht en omstreken kan ze mee gaan draaien in een team dat huurders helpt die problemen hebben, bijvoorbeeld door schulden.
Hanny bloeit op: ‘Ik ben van de leefbaarheid en van de mensen’. Het gaat zo goed dat haar 7 maanden later een vast contract wordt aangeboden. Inmiddels werkt ze in een team dat zich speciaal richt op complexe projecten waarin het gaat om verduurzaming, innovatie en sociaal beleid.
Laatste loodjes
‘Voor onze medewerkers heb ik een expeditie in onze wijken georganiseerd en speeddates met huurders die schulden hebben. Zo hoop ik het bewustzijn te vergroten over de mensen die bij ons huren. Veel collega’s hebben nooit contact met huurders. En velen hebben daar ook geen behoefte aan.’
‘Ik heb toen ook mijn eigen verhaal verteld. Ik wilde duidelijk maken dat schulden hebben niet alleen iets is van zielige mensen in achterstandswijken. Het was heftig om te doen. Maar het had een goede impact.’
Ze kijkt reikhalzend uit naar februari 2020. ‘Dan ben ik uit de Wsnp. Dan ben ik ervan af. Dan is alles wat ik verdien, weer voor mij. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Ik ben hier al zeven jaar mee bezig. Er zal een enorme last van me afvallen.’