Komt een patiënt met geldzorgen bij de dokter…
De huisartsenpraktijk is een belangrijke vindplaats voor mensen met geldproblemen. Steeds meer artsen pakken die rol op. Maar dan? Hoe verwijs je als arts een patiënt effectief door? En hoe maak je als schuldhulpverlener gebruik van de spreekkamer als vindplaats?

Het gaat in eerste instantie om de vraag achter de vraag: is er meer aan de hand dan alleen die hoofdpijn, rugpijn en stress? Een oorzaak kan zijn een ‘life event’, zoals een scheiding of het verlies van een dierbare. Maar dat zal de patiënt in de spreekkamer van de huisarts meestal wel vertellen. Als de oorzaak van die fysieke klachten ligt in het hebben van schulden waarvoor je je schaamt, dan vertel je dat niet gemakkelijk. Àls je je er al van bewust bent. Want het is niet evident dat een patiënt zelf de relatie legt tussen zijn gezondheidsklachten en zijn financiële problemen.
Van huisarts naar hulp
Het is ook niet evident dat de huisarts dat doet, in een consult dat meestal maar tien minuten duurt. Toch ontwikkelen steeds meer huisartsen een antenne voor die vraag achter de vraag. Daarmee is de spreekkamer een belangrijke vindplaats, waar mensen met geldproblemen in een vroegtijdig stadium de weg naar hulp kunnen vinden.
Op verschillende plekken in Nederland worden initiatieven genomen om te zorgen dat patiënten met geldproblemen via de huisarts sneller bij passende hulp terechtkomen. Zorggroep Almere en het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht werkten de afgelopen tweeënhalf jaar aan het project ‘Financiën in de spreekkamer’ (mede dankzij subsidie van SZW). Daarbij werden best practices in beeld gebracht en werd een interventiepakket ontwikkeld voor huisartsenpraktijken. Dit pakket bestaat uit een poster en animatie voor in de wachtkamer – daarmee wordt de patiënt gestimuleerd eventuele geldzorgen te delen met de arts; een praatplaat waarmee arts en patiënt het onderwerp bespreekbaar kunnen maken, en een leidraad voor de arts om de problematiek goed te adresseren.
Krachtige basiszorg
Een van de best pratices uit het project is de pilot ‘Krachtige basiszorg’, die in de sociaal zwakke wijk Ondiep in Utrecht is opgezet door huisarts Rebecca Houtman en wijksamenwerkingscoördinator Ernst-Jan Wind. De pilot biedt ruimte om meer tijd en aandacht aan de patiënt te geven (een consult van 15 in plaats van 10 minuten).
‘Daarmee kom ik sneller bij de vraag achter de vraag. Ook hebben we meer tijd en ruimte om samenwerking in de wijk op te zetten’, vertelde Houtman eerder dit jaar in het televisieprogramma De publieke tribune. Na eerst enige tijd ‘aan elkaar te hebben gesnuffeld’, hebben huisartsen en buurtteam-medewerkers nu gezamenlijk casuïstiekoverleg en spreken ze steeds meer een gemeenschappelijke taal.
Wat daarbij helpt, is dat de huisartsen en sociaal werkers het zogeheten 4D-model gebruiken – een kaart met daarop vier domeinen, die samen met de patiënt wordt ingevuld. Zo wordt duidelijk – ook voor de patiënt zelf – waar de oorzaken van diens klachten liggen. Het ingevulde 4D-model dient dus ook als middel voor huisartsen en buurtteam om eenduidig met elkaar te kunnen overleggen.
De korte lijnen die nu zijn ontstaan, leiden tot snellere en betere zorg, juist voor mensen die vaak meerdere problemen hebben. Tegelijk, vertelt Houtman, is terugkoppeling nog een punt van aandacht. Als de huisarts doorverwijst naar het buurtteam, wil zij natuurlijk ook graag weten of de patiënt daarmee goed geholpen is.
Voorbeelden van samenwerking
Het project ‘Financiën in de spreekkamer’ leverde ook andere vruchtbare vormen van samenwerking op. Denk aan de gemeentelijke consulent Jeugd en Wmo, die intern in de huisartsenpraktijk werkt. De sociaal werker die op bepaalde momenten aanschuift in de spreekkamer. Of de combinatie van huisartsen en een praktijkondersteuner financiën binnen een gezondheidscentrum.
Zo zoeken medisch en sociaal domein elkaar dus steeds beter op, al is er nog een lange weg te gaan. Een treffend voorbeeld is dat van hulpverlener Ans, die wordt opgevoerd in het pamflet ‘Doen wat goed is’. Het pamflet roept gemeenten en beleidsmakers op meer gebruik te maken van de praktische wijsheid van professionals die werken in het publieke domein, zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen, sociaal werkers en leerkrachten.
Wijkteamprofessional Ans
Ans werkt met gezinnen met veel problemen, waaronder grote schulden. Deze gezinnen zijn vaak kind aan huis bij de huisarts. Deze realiseert zich wel dat veel klachten bij zijn patiënten voortkomen uit stress door geldgebrek. Maar hij weet ook niet wat hij daaraan zou kunnen doen.
Ans gaat met de huisarts in gesprek en samen besluiten ze dat Ans elke dinsdag in een ruimte in zijn praktijk komt zitten. De arts kan nu veel makkelijker zeggen - en direct regelen – dat een patiënt met Ans gaat praten. Ans kan vervolgens bijvoorbeeld een schuldhulptraject in gang zetten.
Sinds ze deze samenwerking heeft geïnitieerd, heeft Ans al veel mensen eerder kunnen helpen met hun geldproblemen. Tot haar teamleider ervan hoorde, die was not amused. Ans diende haar tijd aan haar caseload te besteden, wachtlijsten wegwerken. Ze moest er meteen mee stoppen.
Meer weten?
Hier vind je alles over het project ‘Financiën in de spreekkamer’
Het voorbeeld van wijkteamprofessional Ans vind je in deze voorpublicatie van het pamflet ‘Doen wat goed is’. In deze podcast vertellen de pamfletschrijvers over Ans