‘Hoe keren we het tij’

Veel Nederlanders zijn hard geraakt door corona. Grote bedrijven zetten het mes in hun personeelsbestand. Zzp’ers raken klussen kwijt. Het aantal werklozen is in zo korte tijd nog nooit zo snel gestegen (CBS).  De vooruitzichten zijn somber. Sommige doorrekeningen voorspellen dat het aantal gezinnen met schulden in 2021 bijna gaat verdubbelen: van 1,4 naar 2,6 miljoen. Daarvan zal een aanzienlijk deel problematische schulden kennen (Panteia, CBS, Nibud). Carsten Herstel is als directeur-generaal nauw betrokken bij deze dossiers.

Beeld: ©Ministerie SZW
Carsten Herstel

Hij kent de cijfers als geen ander: ‘Ze zijn reden tot zorg, stilzitten is geen optie. Dat doet het ministerie ook zeker niet. Zo zijn de Tozo- en de NOW-regeling in een moordend tempo uit de grond gestampt, om de ergste nood te lenigen. En worden bestaande initiatieven zoals de Brede Schuldenaanpak, waarin zo’n 40 maatregelen zijn vastgelegd, geïntensiveerd.’

Daar waar corona voor extra urgentie zorgt, wijst Herstel ook op eerdere ontwikkelingen zoals digitalisering en flexibilisering. Ontwikkelingen, die het voor een groot aantal Nederlanders al lastiger maken om actief deel te nemen aan het arbeidsproces. De ongemakkelijke waarheid is dat ook vóór corona al een grote groep Nederlanders moeite had om mee te komen.

Herstel: ‘Mensen met een lage opleiding en een niet-westerse achtergrond bleven gemiddeld al achter.’ Terwijl bovendien de groep kwetsbare mensen met een stapeling van problemen, zoals langdurige werkloosheid, schulden, armoede, laaggeletterdheid, en gezondheidsklachten, ook in economisch goede tijden al best omvangrijk was.

‘De Brede Schuldenaanpak is een waardevolle infrastructuur’

Wat te doen?

‘Het is een puzzel, ook bij ons: hoe krijgen we het samen voor elkaar om het tij te keren? We geloven dat betaald werk uiteindelijk de beste weg is om mensen uit schulden en armoede te halen. En dus zet het ministerie nu in op zoveel mogelijk behoud van werkgelegenheid. Maar dat kan alleen samen.’

‘Een samenwerking die we bij preventie van schulden al hebben opgezocht met de Brede Schuldenaanpak. Alleen al om die reden is de Brede Schuldenaanpak een waardevolle infrastructuur.’

Maar zoals corona zich nu ontrolt, kan het niet anders dan dat onze economie krimpt. En dat de werkloosheid verder oploopt. En: ‘Dus moeten we er als ministerie en als samenleving kort op zitten, om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen in de problemen raken.’ Herstel wijst daarbij op de drie grote thema’s die ook bij de Brede Schuldenaanpak geïdentificeerd zijn: het gaat om vroegsignalering, om het zo goed mogelijk ontzorgen van mensen als ze toch in de problemen raken en, tot slot, om het incassoregime in Nederland maatschappelijk verantwoord in te richten. ‘Dat zijn dan ook niet voor niets belangrijke onderwerpen, die we tijdens de rondetafelgesprekken (in augustus en september, red.) aan de orde willen stellen.’

‘Met deze rondetafelgesprekken wil het ministerie de basis leggen voor een geïntensiveerde en integrale armoede- en schuldenaanpak. Om burgers meer handelingsperspectief te geven. ‘Met elkaar willen we een goede analyse van de bestaande risicogroepen maken. Cruciaal is om deze mensen vroeg in beeld te hebben. We moeten goed met elkaar bepalen hoe we de juiste ondersteuning kunnen bieden. Onze taak is het om gemeenten en andere uitvoeringsinstanties zo goed mogelijk te ondersteunen.’

Herstel realiseert zich terdege dat deze analyse moet blijken te kloppen: the proof of the pudding is in the eating. Maar dat de praktijk iedereen voor uitdagingen stelt, die niet één, twee, drie op te lossen zijn, dat is ook helder. Armoede en schulden zijn niet voor niets dossiers met een lange historie: ‘De komende tijd moeten we dus vooral voorkomen dat mensen, als ze hun baan kwijtraken, snel in problematische schulden en armoede terechtkomen.’

‘Overheid, markt en maatschappelijk middenveld moeten het samen doen’

Welke concrete maatregelen zijn al genomen?

‘We hebben uiteraard al de noodpakketten ingezet. Ze zijn noodzakelijk om bedrijven en de werkgelegenheid te stutten. En cruciaal om nieuwe schulden te voorkomen. We hebben ook al noodsteun aan voedselbanken gegeven. We hebben een coulance-regeling bij betalingsachterstanden ingesteld.’

‘Voorkomen is beter dan genezen. Preventie is dus een belangrijke speerpunt van het ministerie. Zorgen dat mensen, na inkomensverlies, ontslag of oplopende betalingsachterstanden, niet verder door het ijs zakken.’

‘Preventie is een belangrijke speerpunt van het ministerie’

Wat vraagt dat van de overheid? En van het bedrijfsleven? En van de mensen zelf?

Herstel wil allereerst gezegd hebben, dat schulden bij iedereen kunnen voorkomen. Zzp’ers en flexwerkers zijn in deze crisis extra kwetsbaar. Ze vormen nieuwe risicogroepen, die nu beter in beeld zijn. ‘Schulden vormen een belangrijk thema, waarvan veel mensen zien dat we het moeten aanpakken. Van nuts- en woonbedrijf tot werkgever wordt ingezien dat vroeg interveniëren niet alleen de allerbeste, maar ook de goedkoopste oplossing is.’

Als die interventie immers uitblijft, dan loopt stress op, ontstaan gezondheidsrisico’s, vergroot dat de kans op huiselijk geweld en kunnen kinderen maatschappelijk minder meedoen. Enzovoort. Met andere woorden, zo stelt Herstel vast: ‘De multiplier van schulden is enorm. Snelheid van handelen is dus cruciaal. Dat lukt alleen, als overheid, markt, maatschappelijk middenveld én schuldenaar goed samenwerken. Mensen kunnen namelijk zelf ook echt iets doen: met de campagne “Kom jij eruit” proberen we samen met ambassadeurs over te brengen, dat het taboe om hulp te vragen als je in de problemen dreigt te komen er écht af moet.’

‘We denken na over korte, scherpe omscholingstrajecten’

Als je aangeeft dat je in problematische schulden dreigt te raken, wat kunnen de overheid en partners dan concreet bieden?

‘De ministeries werken bijvoorbeeld aan een goed incassoregister, aan een verbreding van het beslagregister, maar ook aan de verduidelijking van de beslagvrije voet. Ook de noodstopprocedure van het CJIB is een goed voorbeeld van een interventie die rust geeft. En er zijn ook al wetswijzigingen aangenomen: zo mag een zorgverzekeraar binnenkort aan een gemeente doorgeven dat er een betalingsachterstand op de premie ontstaan is. Zo komen we sneller achter de problemen.’

Daarvoor is samenwerking cruciaal: SchuldenlabNL is een van die initiatieven, waar deze samenwerking gestalte krijgt.

Herstel: ‘We proberen een collectieve schuldenaanpak uit te werken. Door strakke kosten-batenanalyses te maken, rekenen we door hoeveel ellende voorkomen kan worden als we er samen vroeg bij zijn. En dus ontwikkelen we in SchuldenLabNL ook interventies die ons beter in staat stellen om vroegtijdig te signaleren dat er mogelijk problematische schulden gaan ontstaan.’

Hebben schuld en armoede niet ook veel met elkaar te maken?

‘In mijn ogen overlappen ze elkaar niet. Mensen kunnen rond de armoedegrens leven, maar hoeven zich toch niet in de schulden gestoken te hebben. Als de koelkast of wasmachine stuk gaat, dan is dat wel gelijk een grote zorg. We vinden de aanpak van kinderarmoede heel belangrijk. Omdat kinderarmoede ervoor zorgt dat kinderen niet kunnen meedoen. Bijvoorbeeld omdat een goede laptop ontbreekt. Sommige gezinnen leven generaties in de bijstand: armoede is dus in zekere zin intergenerationeel. Dat wil het ministerie graag doorbreken. Bij de vorige financiële crisis reageerden we bovendien laat. Dat moeten we nu écht anders doen.’

‘Bij de vorige financiële crisis reageerden we laat - dat moet nu echt anders’

We hebben het tot nu toe over het beleid op de korte termijn gehad. Hoe ziet de langere termijn eruit?

‘De korte termijnaanpak bestaat vooral uit de noodpakketten die we hebben ingesteld. Het tweede pakket loopt 1 oktober af. Uiteraard denkt het ministerie na wat er na 1 oktober nodig is. Maar belangrijker wellicht nog, is de middellange termijn.’

‘Hoe kunnen we onszelf uit de crisis investeren? Zo denken we bijvoorbeeld na over korte, scherpe omscholingstrajecten, zodat we meer mensen van werk naar werk kunnen begeleiden. Dat past overigens naadloos in de ‘levenlang leren’-visie, die het ministerie hanteert.’

‘Maar ook de langetermijn-agenda begint vorm te krijgen. De inzichten van de Commissie Borstlap dienen daarbij als handreiking. In het eindrapport “In wat voor land willen wij werken?” vormt de vierslag ‘wendbaarheid, duidelijkheid, weerbaarheid en wederkerigheid’ het uitgangspunt voor de toekomstige arbeidsmarkt. Een cruciaal onderwerp voor het komende kabinet’.

Een laatste oproep?

‘Minister Koolmees waarschuwde al voor de tweedeling, die onze huidige ‘manier van werken’ nu al in de samenleving teweegbrengt. Met aan de ene kant een hoogopgeleide bovenlaag, met een goede opleiding en een groot netwerk. En aan de andere kant een brede groep flexwerkers die van flexcontract naar flexcontract ‘zwerven’. Waarbij het zicht op bestaanszekerheid troebel is. En een groep Nederlanders, die al jaren te weinig zicht heeft om zich aan armoede te ontworstelen.’

‘Alleen door als overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties de samenwerking te zoeken, kunnen we armoede en schulden bestrijden. Dat is de Heilige Graal.’