‘Eerst weten wie de mens is die tegenover je zit’

Wantrouwen ten opzichte van de schuldhulpverlener – het bestaat. Maar wantrouwen ten opzichte van mensen met schulden, dat bestaat evenzeer. Tijdens de kennissessies over taboedoorbreking, op het Kom uit je schuld-congres op 9 september, kon je goede praktische tips horen om dat wantrouwen te doorbreken.

1. Maak contact

Dayenne Tempo, ambassadeur, vertelt: ‘Op een zeker moment wist ik letterlijk niet meer wie en waar ik was. Er waren meer dan vijf hulpinstanties met mij bezig. Maar er was niemand die eens vroeg: Hoe ben je hierin verzeild geraakt? Ik werk nu zelf als hulpverlener. Als iemand bij mij binnenkomt, gaan eerst alle dossiers aan de kant. Dan wil ik weten wie die mens is die daar tegenover mij zit.’

Anya Wiersma, schuldhulpverlener van het jaar 2018, herkent wat Dayenne zegt: ‘Ik leg de nadruk op simpelweg contact maken. Uiteindelijk gaat het om de mens achter de schulden. Neem iemand serieus, en vraag bijvoorbeeld even hoe hij of zij heeft geslapen. Dat is bij veel instanties verloren gegaan.’

2. Maak het gelijkwaardig

Marc Mulder, ambassadeur: ‘Breng jezelf als mens in het gesprek naar voren. Denk na over - en vertel - wat jij had gedaan als je zelf in zo’n situatie had verkeerd.’

Een collega van een gemeentelijke kredietbank in Limburg: ‘En stel jezelf als hulpverlenende professional ook eens de vraag of je, in een situatie met schulden, door jezelf geholpen zou willen worden.’

3. Hou vol

Een vrijwillige hulpverlener in de zaal: ‘Wij leggen veel contacten, en daar ben je dan heel blij mee. Maar vervolgens stokt het. Hoe komt dat?’

Miranda de Haas, ambassadeur: ‘Er is veel wantrouwen onder mensen met schulden. Niet alleen ten opzichte van professionele hulpverleners, ook wat betreft vrijwilligers.’

Marc: ‘Schuldenaars zijn mensen die vaak nergens meer geloof in hebben. Het kan heel lang duren voor je iets van duurzaam contact hebt. Het enige wat erop zit: hou vol. Blijf naar de mensen thuis gaan. Blijf aanbellen. Stuur bijvoorbeeld eens ‘n ansichtkaart.’

Anya: ‘Zorg dat je bij mensen thuis komt, zelfs als daar officieel niet altijd de tijd en het geld voor is. Je moet vertrouwen zien te krijgen.’

4. Kijk per geval

Marc: ‘Je moet aan veel standaardregels voldoen om schuldhulp te krijgen. Je mag bijvoorbeeld wel een televisie en internet hebben, maar geen auto.’

Miranda: ‘De GKB stelt ook als voorwaarde dat je je auto wegdoet.’

Marc: ‘Maar ik had die auto nodig om mijn kinderen te zien. Die auto was voor mij dus superbelangrijk. Daar moet dan ruimte voor zijn.’

5. Kijk breder

Professional in de zaal: ‘In de hulpverlening zie je vaak dat er links iemand vanuit de ggz bezig is met een schuldenaar. En rechts een financieel persoon, bijvoorbeeld een bewindvoerder. Maar die twee communiceren in de regel niet of nauwelijks met elkaar. Dat is een gemiste kans. Er wordt nog te weinig naar de brede vraag gekeken, die aan de problemen van de schuldenaar ten grondslag liggen. We moeten breder kijken.’

6. Kijk in de spiegel

Diana Piek, projectleider Transformatie Sociaal Domein: ‘Ik bracht twee ervaringsdeskundigen binnen op de afdeling – twee jonge stagiaires, bezig met hun mbo-4-opleiding. Sommige collega’s schrokken en zeiden: Gaan ze gewoon tussen ons in zitten? Maar dan kunnen ze toch alles zien? En: Is dit wel verantwoord? Dan denk ik: oh ja, daar zijn we weer. De vraag ‘Kom jij eruit?’ moeten we, vind ik, ook aan onszelf in de spiegel stellen.’

Wie vind jij dat Schuldhulpverlener van het jaar 2019 moet worden? De kandidaten zijn bekend. Stemmen kan hier.